Uit de categorie

Levenskunst

Kunstwerk en podcastlink- Zingeving en spiritualiteit

In mijn zoektocht naar wie ik ten diepste ben, mocht ik Dineke van Kooten onlangs op dit onderwerp bevragen. Dit na aanleiding van een interessant artikel over ‘betekenisgeving, zingeving en spiritualiteit’ dat zij geschreven heeft.

Na afloop maakte ik een beeld van mijn beleving bij zingeving en het deelnemen aan de stroom van het Leven.

Wat me buitengewoon raakte in het gesprek is de uitnodiging die er voor ons allemaal ligt om vanuit de betekenisgevende beweging naar buiten, naar binnen te gaan, om te ontdekken wat vanuit daar gevonden en gezien wil worden vanuit een zachte en accepterende blik. Om al onze overlevingsmechanismen te onderzoeken en los te laten, zodat we ten volle kunnen Leven.

De podcast luister je hier.
Artikel van Dineke over betekenisgeving, zingeving en spiritualiteit.

Kunstwerk – Innerlijk kind – 9

Levenskunst met inkt.

Het kind roept: ‘Zie mij, hoor mijn stem.’
De volwassene in ons kan ervoor kiezen het kind te zien in wat het duidelijk probeert te maken en kan horen wat het kind vertelt.

Dit werk is onderdeel van de serie: ‘Het kind in ons’.

Voor meer werk:

Serie: ‘Het kind in ons.’

Pleidooi voor overgave

Ons leven begint in een systeem, waar we regels en afspraken hebben waar we ons aan dienen te houden. Dat systeem is er een waar het gehele gezin, klas of vereniging in moet passen en aan moet voldoen. Het leert ons als kind hoe we het leven moeten leven zonder buiten de groep te vallen en te overleven.

Als we in onze twintiger jaren zijn nodigt het leven ons uit om onszelf te ontdekken en te worden. Het voorste gedeelte van de hersenen, de prefrontale cortex, is dan klaar met groeien. Dit gebied in onze hersenen is onder andere verantwoordelijk voor emotieregulatie en is in staat om via verbindingen met het zoogdierenbrein (het limbisch systeem) patronen en emoties bewust te maken. Het helder krijgen van onze emoties, gedachten, patronen en reacties maakt ons steeds meer in staat om de overlevingsmechanismen die we als kind hebben opgebouwd los te laten. Het stelt ons in staat om dichterbij ons ware zelf te komen, om te worden zoals we bedoeld zijn.

Als we vermijden, controleren, voelen of denken voor een ander, vluchten (in gedachten of uit een situatie), vechten, pleasen, bevriezen, invullen of aannemen dan zitten we niet in een vrije modus waarin ons leven stromen kan. We blokkeren de stroom van Leven, waarin alles mogelijk is en vanuit liefde niet veroordeeld wordt. Als we ons krampachtig vasthouden aan die overlevingsmechanismen dan blijven we in de dood staan en zal ons leven een aaneenschakeling zijn van moeten en van betekenis willen zijn voor dingen die buiten onszelf liggen. We sterven dan langzaam in plaats van dat we tot ontplooiing komen met dat wat als goud in ons verborgen ligt om geopenbaard te worden.

Op onze weg nodigt het Leven ons uit tot overgave. Om stukje bij beetje meer van onze pijnen te voelen, begrijpen en helen. Zodat er steeds meer aan het licht kan komen wat gezien wil worden.
We komen op ons pad van alles tegen, dingen die passen alsof ze maatwerk zijn of juist niet. Van alles mogen en kunnen we leren, hoe het voor ons als persoon wél is of niet. Zo sprokkelen we, als we ons blijven overgeven aan het ontwikkelingsproces, ons eigen verhaal bijeen tot de dag dat we ons aardse leven verlaten.

Overgave stelt ons in staat om buiten patronen te stappen. Het maakt dat we door emoties heen gaan en ze niet veroordelen, maar doorvoelen. Overgave maakt dat we niet passief gaan liggen, maar dat we actief ontvangen wat er in ons is. Het maakt dat we ons actieve verzet tegen het ware leven en Zelf loslaten, dat wat ons aangeleerd is om binnen het hokje te passen zoals het hoort en moet. Onze prefrontale cortex helpt hierbij om nieuw gedrag aan te leren en emoties te reguleren en dragen.

Het overgeven aan het leven vraagt van ons de moed om ons lot onder ogen te zien en ons bewust-zijn te vergroten. De belofte dat we dit kunnen dragen is al in ons lichaam, in ons brein besloten. Het enige wat we nodig hebben is de durf om te vallen, wetende dat we niet te pletter storten ook als het wel zo lijkt. Als we vallen ontdekken we stukje bij beetje meer van ons Zelf, van dat wat gezien en geleefd wil worden. We landen dan eigenlijk steeds meer op aarde in een zachte landing, op de plek waartoe we bestemd zijn. Midden in de stroom van het Leven.

Loslaten wat ons bekend is – Richard Rohr

Ik vertaalde deze meditatie van Richard Rohr, van 4 mei 2023, voor mijn eigen onderzoek. Het raakte me dat ons hart en lichaam weten dat we moeten loslaten en ons moeten overgeven om tot diepe transformatie te komen, maar dat onze gedachten ons vaak doen besluiten om te blijven waar we zijn uit angst voor de overgangsfase en voor het niet-weten.

Transities kunnen alleen plaatsvinden als we bereid zijn om los te laten wat ons bekend is, om de wereld die we gecreëerd hebben en de aannames van ‘hoe dingen zijn’ los te laten. Loslaten is de voorloper geboren laren worden We gooien de bagage van sociale verwachtingen weg en we openen ons als een ochtend glorie voor de mogelijkheden van elke nieuwe dag, elk nieuw moment. Zelfs als deze mogelijkheden schaduwachtig en desoriënterend zijn.

Helaas laten wij in het Westen niets los. We houden vast aan onze reputatie en ons materiele bezit lang nadat ze niet meer nodig zijn. We bewaren onze spullen, huren een garagebox, zodat we nog meer spullen kunnen bewaren. Versuft blijven ons vastklampen aan relaties die geen vrucht meer dragen en blijven hangen aan het verleden dat niet meer bestaat. Happend naar adem, wanhopig en verward.

We zeggen dat we los willen laten, in onze maatschappij is loslaten meer een getouwtrek. IJverig beschermen we onze verhalen (waar of niet waar), onze leefstijlen en onze geloofssystemen, totdat ze uit onze zweterige handen getrokken worden. En toch, loslaten is een nodig onderdeel van transformatie.

Loslaten zou zomaar ons enige pad naar herboren-worden kunnen zijn. De waarheid van de zaak is dat we ons vastklampen aan niets. Het ontkleden is al begonnen. Wanneer het ergste gebeurt, dan worden onze verslavende verlangens naar controle en de nutteloosheid van onze verlangens volledig blootgelegd. Als we wijs zijn, dan openen we onze gedachten, onze handen en onze harten, en laten we los.

Hoe dan ook, ik wil je niet misleiden: loslaten heeft consequenties. Uiteindelijk is het streven voorbij: de moeite die je doet om te redden en te herstellen, om iets te zijn of te doen, is voorbij. Het is alsof we ons hebben vastgeklampt aan een bergwand die we zelf gemaakt hebben, een berg van verwachtingen, strevingen en doelen. Wanneer die berg verdwijnt, dan dalen we.

Wanneer we loslaten is het enige wat blijft God liefde en Gods belofte dat we nooit alleen gelaten zullen worden. We laten ons publieke master los en ons najagen van doelen. Soms is een crisis nodig om ons te herinneren dat we niet degene zijn die de controle hebben. Deze ruimte die ik ‘contemplatie’ noem is een plek van breken, afstand en wachten.

Felicia Murrell omschrijft de transitie als volgt:  

In de straling van het donker, daar is een proces gaande

Het ontvouwen van mysterie
dingen die woorden niet kunnen uitspreken
een begin naar vrijheid die de gedachtewereld niet kan begrijpen

Maar het lichaam voelt,
en het hart weet:
dit is een overgangsfase


De drempel naar transitie
van dood naar leven
van avond tot ochtend
van een gebaar naar geboorte


Het niet weten is onderdeel van alles.

Overdenking- Leven vol vertrouwen

Het leven met vertrouwen leven, gaat voor mij over volle overgave. Over mijzelf overgeven aan het hier en nu, met alles wat er in dit moment is. Dat betekent voor mij antwoord geven op dat wat zich aandient. Tranen, boosheid, angst, onzekerheden. Dat wat mij raakt gaat ergens over, dat is iets in mij wat om aandacht vraagt. Iets uit het verleden wat mij nog steeds raken kan. Het overgeven aan die emoties en het onderzoeken en herleiden ervan is voor mij een daad van vertrouwen. Een weten dat er een steen van mijn levensstroom afgaat als ik de emoties aanga, een steen van mijn bron, waardoor ik vrijer kan stromen. Vertrouwen is voor mij daarmee ook een daad van overgave aan het grotere, aan de Eeuwige.

Wantrouwen gaat in mijn ogen over vroeger. Er is een reden voor het wantrouwen van de ander, het gaat altijd over mijn pijn en zegt niet iets over de intenties of waarheid van de ander. Vaak is wantrouwen een invulling van wat ik denk dat de ander beoogt of een aanname over hoe de ander zich zal gedragen, gebaseerd op mijn ervaringen vanuit het verleden. Het gaat niet over het nu. Het kind in mij heeft pijn opgedaan en is beschadigd in het volledig vertrouwen van de ander. Als kind is er tegen mij gelogen, ouders, leerkrachten en andere volwassenen hebben hun beloftes gebroken, zijn hun afspraken niet nagekomen. Heel menselijk, want we zijn geen goden. Toch heeft het kind daardoor een deuk opgelopen in het vertrouwen van de ander en laat dat aan mijn volwassen ‘ik’ weten door de ander in twijfel te trekken. Het kind wil mij beschermen tegen pijn.

Dat wantrouwen ten aanzien van het Leven nemen we mee onze volwassenheid in. Het blijft ons gevangen houden als we niet onze overtuigingen herzien. Een overtuiging kan zijn: ‘Het Leven trapt mij onderuit.’ ‘Niemand zit op mij te wachten.’ ‘God straft mij als ik voor dit of dat kies.’  Dit zijn allemaal overtuigingen die gaan over pijn uit het verleden en niet over het nu, ze gaan over dood en wantrouwen. Ze maken stuk voor stuk dat je het leven niet aangaat en dat je de ander én de Schepper niet vertrouwt. Het wantrouwen zorgt ervoor dat je goede ook niet ten volle aannemen kan, want je bent altijd op zoek naar de valstrik.

Terugkijkend op de afgelopen vierendertig jaar, zie ik dat er allerlei mensen mijn weg gekruist hebben. Van sommige mensen heb ik een tijdje mogen genieten, mogen leren. Sommigen lopen al langer met mij op, anderen tikken kortdurend mij pad aan. Van elk van deze mensen heb ik iets mogen leren, iets van hun waarheid van dat moment. Geen van hen was perfect, geen van hen wist de absolute waarheid, geen van hen heeft mij voor de volle honderd procent kunnen geven wat ik nodig dacht te hebben. Ze zijn net als ik mens. Wel hebben ze stuk voor stuk iets in mij losgemaakt. Wat dat ook was, het moest er zijn. Daardoor ben ik steeds meer gaan zoeken naar wie ik ben. Ik ga steeds wat meer stromen, steeds wat meer leven, elke dag een beetje meer.

Het zien van deze weg en wat iedereen mij brengt en gebracht heeft, ook de pijnlijke delen, maakt dat ik me realiseer dat ik het Leven kan vertrouwen. Het Leven laat zich steeds wat meer zien, met terugwerkende kracht zie ik wat waartoe geleid heeft. Ik krijg steeds meer vertrouwen dat ik degene ben die antwoord kan geven op mijn lot en dat ik voor mijzelf zorgen kan. Het maakt dat ik mijzelf ook steeds wat meer ga vertrouwen, want ik kom in beweging. De Schepper is degene die mijn leven draagt.

Ik wil mij overgeven aan het nu in de wetenschap dat wat zich ook aan mijn laat zien, dat het mij zal brengen wat ik nodig heb. Weten dat ik nog genoeg situaties en mensen tegen zal komen die mij wat mogen brengen. Allemaal een stukje donker of licht. Allemaal onderdeel van mijn verhaal, van mijn lot. Ik mag ontdekken hoe en wat past, in vertrouwen mag er steeds wat meer van mij zichtbaar worden.