De afgelopen twee weken waren aardig vermoeiend. Eerst werd de baby ziek en daarna volgde de kleuter met een longontsteking. Zelf was ik ook niet fit, maar dat kan ook door de korte nachten komen. Onze baby van zeven maanden oud wilde het liefst op mij slapen, want anders was het huilen in bed. Dan is de keuze snel gemaakt.
Nu iedereen weer beter is, barst ik ineens in huilen uit. ‘Wat is er?’, vraagt mijn man en hij slaat zijn arm om me heen. ‘Ik ben het gewoon allemaal even zat’, breng ik snikkend uit. Het lucht op om even te huilen.
Als ik even later op de bank zit en door mijn Insta scroll, slaat opnieuw de vermoeidheid toe. Een tijdje geleden besloot ik wat minder op mijn socials te kijken. Dat is de afgelopen twee weken faliekant mislukt: op de schaarse momenten die ik voor mezelf had, was ik vaak bezig met wat me energie kóst. Vooral als ik moe ben, grijp ik vaker naar mijn telefoon. Het oude gedrag sluipt er dan gelijk weer in.
Als ik me bedenk dat mijn telefoongebruik een energieslurper is, kan ik me er makkelijker van loskoppelen. Vastberaden leg ik de telefoon dan buiten handbereik. Maar dat stomme ding blijft mijn aandacht trekken. ‘Ik ga wandelen’, meld ik aan mijn man. ‘Lekker. Dat heb je lang niet gedaan’, is zijn aanmoedigende antwoord. De telefoon gaat mee, maar alleen om mij van muziek te voorzien. Binnen een paar minuten sta ik op het strandje vlakbij mijn huis. Er staat een fris windje, maar het is niet koud. Ik kijk naar de golven die kalm aanspoelen op het zand. In deze rust luister ik naar de worship songs van mijn playlist.
Come to Me I’m all you need
Come to Me I’m everything
Terwijl ik verder wandel en luister naar de tekst, word ik geraakt door de woorden: ‘Kom naar Mij, Ik ben alles wat je nodig hebt’. Juist in pittige tijden zoek ik mijn rust en energie in dingen die me alles behalve dát geven wat ik nodig heb. Terwijl het voor me klaarstaat, bij Hem. Het enige wat ik moet doen is naar Hem toegaan.
Dat half uur wandelen met God is het beste wat ik de afgelopen twee weken heb gedaan. Als ik thuis kom, heb ik meer energie opgedaan dan ik had gekregen van een dutje. Mijn emmer voelt weer wat meer gevuld, dankzij Gods water. Maar ik realiseer me wel dat die energie spaarzaam is en dat die apps op mijn telefoon gemaakt zijn om mijn aandacht zo lang mogelijk vast te houden. Ze liegen: ‘Come to me, I’m everything.’
Voor mij is dit blijkbaar iets om alert op te zijn als ik moe ben, misschien een soort signaal dat ik rust moet pakken op de juiste manier. Als ik mijn smartphone harder dan God ‘Come to me’ hoor zeggen, dan moet ik er juist zo snel mogelijk van weglopen. En wandelen naar God. Wandelen mét God. En die telefoon? Vooruit, die mag dan alleen mee voor de muziek.