Ik kijk omhoog naar het gebrandschilderde raam waar de zon achter glinstert. Het rode glas schittert oranjegoud. In mij is een stille verwondering, een diep ontzag voor de prachtige kathedraal van Chartres waar ik ben. De heiligheid is voelbaar tot diep in mijn lichaam. Deze kathedraal werd gebouwd eind van de twaalfde eeuw na Christus op een plek die daarvoor al eeuwenlang werd bezocht om Maria, de moeder van Jezus, te vereren. Het is voor mij te ervaren dat hier binnen in de kathedraal een energie stroomt die ik nog niet eerder ervaren heb. Een kalme vrede die mijn gehele wezen raakt.
Er loopt een groep scholieren voorbij, ze fluisteren onverstaanbare woorden. Ik ervaar een bepaalde vorm van eerbied in hun tred, ondanks hun puberale leeftijd. Ik volg ze even vanaf het bankje waar ik zit en keer dan mijn blik weer omhoog naar het raam dat ik het liefste wilde zien: dat met delen van het verhaal van Maria Magdalena erop.
Er zijn verhalen dat zij in Frankrijk is geweest na het sterven van Jezus. Het zou mogelijk kunnen zijn dat zij via een bootje is gearriveerd in Marseille. Dit is ook verbeeld op een van de medaillons op het raam. Nadat ik kortgeleden begon met nader onderzoek te doen naar het leven van Maria Magdalena, die ook wel apostela opostelorum (apostel van de apostelen) genoemd wordt, ging er een nieuwe wereld voor mij open. Deze wijze vrouw krijgt in mijn optiek een heel andere rol in het leven van Jezus nu ik wat meer heb gelezen en gehoord over geschriften rondom haar leven. Altijd heb ik haar door een bevlekte bril bezien, nu kom ik erachter dat het een optie is om mijn bril schoon te maken van de vlekken die er al sinds de vroege Middeleeuwen opzitten.
Omstreeks 600 na Christus heeft paus Gregorius de Grote diverse verhalen over verschillende vrouwen in de bijbel samengevoegd en daarmee Maria Magdalena bestempeld als de boetevaardige zondares, als een prostituee, die van zeven demonen bevrijd moest worden. Dit bracht een onwaar en onvolledig beeld van haar de geschiedenis in, waardoor we haar niet meer konden zien in de rol die zij naast Jezus had.
Het beeld dat vanaf toen door de kerk uitgedragen werd, had grote invloed op vrouwen, die hoorden dat ze boetvaardig moesten zijn en daarmee ook ondergeschikt waren aan de mannen. Een beeld dat tot op de dag van vandaag nog in ons onbewuste leeft. Pas in 1969 is zij door de toenmalige paus vrijgelaten uit de gevangenschap van deze onwaarheid en is ze gelijkgesteld aan de andere apostelen. In gnostische geschriften zijn teksten te vinden die erop wijzen dat Maria Magdalena een ingewijde was, dat zij heel dicht bij Jezus leefde en de wijsheid van Christus op een diepere manier begreep dan de discipelen.
Door te lezen en horen over wat er over haar bekend is en in toenemende mate bekend gemaakt wordt, verbaas ik me over wat ik allemaal voor waar heb aangenomen, zonder me er inhoudelijk zelf in te verdiepen. Ik voel aan alles in mijn lijf dat het niet logisch is dat alleen mannen toegang hebben tot wijsheden en inwijding in de diepte van het leven. Hoe meer ik me verdiep, hoe meer ik Maria Magdalena als een beeld van wijsheid ga zien, een beeld dat ook beleefd wil worden in mijn hart, dat uitgeademd en doorgegeven wil worden. Ik ben nieuwsgierig geworden naar de beelden die zich in de loop van de eeuwen rondom haar gevormd hebben, allemaal een stukje van haar als vrouw en wat zij van Christus leerde en kon doorgeven.
Ook in de kathedraal van Chartres ontdek ik een stukje van haar. Op een raam waar er beeldtaal is gegeven aan haar leven als ingewijde, metgezellin, volgeling, verzorger, vluchteling en heilige ziel. De afbeeldingen zijn vanaf het bankje nauwelijks te lezen, maar de raampartij ademt lichtheid. Ik kijk in een Duits boekje met foto’s en uitleg en probeer een vertaling te produceren. Het lezen voegt iets toe aan het begrijpen wat er destijds is getracht te verhalen, toch vallen de woorden in het niet bij de zon die achter het gekleurde glas schijnt, exact op het moment dat ik daar zit. Het zachte geroezemoes van de rij scholieren lijkt te verdwijnen als ik me richt op de schoonheid van het geglinster. Het is alsof zij me roept met haar vriendelijke stem; ‘Ga op zoek naar het beeld van Maria Magdalena in jezelf.’
De kathedraal van Chartres wordt ook wel vergeleken met een hart, de constructie heeft overeenkomsten met de anatomie van een menselijk hart dat zich vanuit het centrum naar buiten keert. Dat is waar die plek, dat gotische kunstwerk, elk mens toe uitnodigt: om binnen te treden en te ontdekken wat in ons leeft en naar buiten wil stromen. In het mannelijke en vrouwelijke, in het grote en kleine, in het hier en nu. Ook de scholieren voegen iets toe aan de atmosfeer van de kathedraal én dragen daarna iets mee de buitenwereld in.
In het boek Chartres, een andere blik op de kathedraal (door Mieke Mosmuller) wordt er gesproken van het ‘spiritueel inzicht’ dat zich aan de muren en beelden heeft gehecht in de vorm van materie. Dit raakt me, want als ik het zo beschouw vormen wij samen nog steeds de kerk als gebouw. Wij zijn als pelgrims, jong en oud, onderdeel geworden van het gesteente en de atmosfeer, puur door er te zijn in onze volledige hoedanigheid en weer door de portalen naar buiten te gaan. Het is voor mij een analogie van de wereld, waarin we iets achterlaten door onze aanwezigheid.
Ik heb het verlangen dat vrouwen vrijkomen van dat wat zich in het onbewuste heeft gevormd over hun positie ten opzichte van de man. Dat leugens van minderwaardigheid, van ondergeschiktheid, van boete moeten doen, van niet mogen spreken, vervangen mogen worden door onze diepste woorden van waarheid en gelijkwaardigheid. Ik verlang ernaar dat de term ‘tegengeluid’ liefdevol wordt ontdaan van het woord ‘tegen’. Ik verlang ernaar dat we naast elkaar kunnen ‘zijn’ en kunnen leren van wat we in de ander zien, als mens; man en vrouw.
Ik verlang naar meer van Maria Magdalena.