‘Al die rotzooi’, grom ik. Met een frons in mijn voorhoofd gooi ik het legoblokje waarop ik zojuist op stond op het kleed. Zuchtend bekijk ik de rest van de woonkamer. De kussens van de bank zijn gebruikt voor een hut, al het speelgoed is uit de kasten gehaald en de eettafel is net een slagveld door het avondeten.
Alsof dat nog niet genoeg is ligt op de grond een stift zonder dop en een boel papiersnippers die hooi voor het zelfgemaakte konijnenhok voorstellen, van het hok zelf ontbreekt nog elk spoor. En laten we het over de chaos op de bovenverdieping nog maar niet hebben. Het voelt alsof ik de hele dag al aan het opruimen ben, maar de toestroom van bende gaat maar door. Terwijl mijn kleuter op een stoel hangt, ruim ik boos en met een gejaagd gevoel de Kapla-plankjes op.
Waarom ben ik dit eigenlijk alleen aan het doen?
Onder protest helpt mijn zoontje uiteindelijk mee. Maar het schiet niet op, ik zie dat hij moe is en ook de baby begint te huilen. Dus ik kies eieren voor mijn geld en besluit straks alles zelf maar op te ruimen. Iets met ‘de weg van de minste weerstand kiezen’. Zodra het kindervolk op bed ligt, voel ik mijn eigen vermoeidheid. De troep in huis maakt het er niet beter op, gevoelsmatig ziet het eruit als een gigantische vuilnisbelt. Mijn man lijkt het niet te deren, ontspannen stapt hij tussen het speelgoed door om vervolgens de volle vaatwasser uit te ruimen.
Dan moet ik denken aan een podcast van Bij Jorieke (met David en Carianne Ros) die ik eerder die week luisterde over rommel en stresshormonen. Het ging over opruimen en laat dat nou nét mijn hobby zijn. Bij rommel in huis blijkt het stresshormoon cortisol bij vrouwen toe te nemen, bij mannen gek genoeg niet. Als het lange tijd een rommelig is in huis, gaan vrouwen zich nerveus voelen en ze kunnen andere klachten krijgen zoals gespannen spieren, hoofdpijn en slechter slapen. Blijkbaar kunnen wij minder goed tegen chaos dan mannen. Op zich verbaast dat me niet, als ik het verschil tussen mij en mijn man zie.
‘Elke avond zijn we een uur bezig om alles weer een beetje netjes te krijgen. Ik word gek van al die bende elke keer’, steek ik van wal. ‘Waarom jij niet?’ ‘Het heeft toch geen zin om op te ruimen’, antwoordt mijn man nuchter en hij zet rustig de kopjes in de kast. ‘Het kan pas weer netjes worden als de kinderen op bed liggen.’ ‘Chaos omarmen dus?’, zeg ik zuchtend. Hij loopt naar me toe en slaat zijn armen op me heen. ‘Chaos omarmen inderdaad.’ Warmte en rust overspoelen me als ik mijn hoofd op zijn schouder leg.
Omarmen is de remedie tegen chaos.
Maar niet alleen de troep moet omarmd worden, ik ook. Door knuffelen maak je ook hormonen aan: oxytocine. Dit verlaagt het cortisolniveau in je lichaam. Ook knuffelen helpt dus tegen rommel. En laten mijn kleine bendemakertjes nou ook heel goed zijn in kroelen. Dus als mijn opruimstress morgen weer de kop op steekt, omarm ik vanaf nu alles wat los en vast zit. Kinderen én troep.
Deze blog schreef ik voor Power to the Mama’s.