Oma

Je breit gaten, lieve kind
Oma repareert mijn sjaal en lacht
Insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden
De wol over haar kromme vingers
Nu jij, meisje

Een generatie later
Oma’s handen hebben getoverd
Kijk! Ik laat het trots zien
Mijn dochter in haar jurkje
Wat een popje

Ik brei een vestje zonder gaten
Oma aait de wol met haar nog krommere vingers
Ik kan het niet meer, verzucht ze
Ze kon nog heel veel, bracht zoveel meer
Vier generaties

De bol wol is ineens op
Het eind van de gekleurde draad
We knopen er een andere aan
Nieuw leven in de wieg
Ik brei en ik herinner

Vorige blog Volgende blog