Mijn visie op creativiteit blijft zich ontwikkelen, logisch, want het komt voort uit mijn eigen proces.
Als kind was ik al gefascineerd door hoe dingen ontstaan. Door de jaren heen heb ik veel zelfonderzoek gedaan naar de weg van inspiratie naar vorm, en wat mij daarin beweegt, laat overhaasten of juist laat stokken. De wortels daarvan lagen op plekken die ik niet had kunnen bedenken.
Creativiteit is zoveel meer dan iets praktisch ‘maken’. Ik ontdek steeds meer dat we zelf creativiteit zíjn. Dat onze essentie creatief is. Dat er iets in ons vrucht wil dragen. Alleen zit ons hoofd daar vaak tussen. We leren al vroeg om creativiteit in een mal te gieten, om het aan te passen of zelfs niet te gebruiken. Bij volwassen klanten zie ik dat regelmatig terug: ze kunnen eindeloos veel ideeën bedenken, maar het sprankelt van binnen niet (meer). Creativiteit wordt dan soms een trucje, het lijkt alsof er van alles stroomt, terwijl het gevoel ontbreekt.
Échte creativiteit voelt plezierig en aanstekelijk. Het geeft je zin.
Af en toe geef ik kunstlessen aan kinderen. Hun nieuwsgierigheid is vaak enorm. Ik kies dan voor experiment boven iets namaken of een opdrachtje uitvoeren. Volwassenen vinden dat soms verwarrend, die willen dat vaak graag: een soort houvast of kader om aan te kunnen ‘voldoen’. Dat kan een gevoel van veiligheid geven. Maar juist als ze het aandurven om het experiment aan te gaan, ontstaat er vaak veel zin.
Experimenteren dient namelijk vooral jezelf – en iets puur voor je eigen plezier doen, heeft verrassend veel zin.

