Uit de categorie

Artikelen

De invloed van je tijd in de baarmoeder

Binnen persoonlijke ontwikkeling kan er veel openen wanneer je je verdiept in jouw tijd in de baarmoeder. Dáár doe je de eerste ervaringen met leven op. Daar kan iets ontstaan zijn wat je later herkent als een blauwdruk. De ervaringen die je hebt opgedaan in de baarmoeder kunnen als een onderstroom in jouw leven voelbaar zijn.

Nog vóór je conceptie besta je eigenlijk al: in de vorm van een eicel en een zaadcel. Beide dragen al informatie met zich mee: de geschiedenis van je voorouders, hun onverwerkte trauma’s, hun kracht, hun overleving. In zekere zin was je dus al aanwezig voordat jij bestond zoals je nu bestaat.

Wanneer de conceptie plaatsvindt, begint de ontwikkeling van jouw cellen. En vanaf dat moment erváár je. Niet pas bij je geboorte. Niet pas bij je eerste ademteug. Maar daar, in dat allereerste begin, doet jouw systeem al mee met het leven. De cellen waaruit je nu bestaat dragen die vroege ervaringen in zich. Ze zijn vermenigvuldigd, gevormd, verder gegroeid — maar hun oorsprong blijft hetzelfde.

Alles wat je in die periode hebt beleefd, leeft dus door in jou.

Baarmoederlijke ervaringen

In jouw tijd in de baarmoeder ben je volledig verbonden met je moeder. Hoe zij zich voelde was voor jou direct voelbaar. Je leefde in haar fysieke milieu, in haar zenuwstelsel, in haar energie.

Daarnaast kunnen er ervaringen in de baarmoeder zelf zijn geweest die jouw lichaam heeft geregistreerd. Die ervaringen kunnen subtiel zijn of juist diep ingrijpend.

Een voorbeeld hiervan is een alleengeboren tweeling of meerling: dat je begon met iemand naast je, en vervolgens ervaarde dat die ander sterft, achterblijft of niet verder meedoet. Dat je samen begon, maar alleen verder moest.
Dit soort vroege bewegingen kunnen zich later uiten als existentiële leegte, een onverklaarbare eenzaamheid of een voortdurend zoeken naar verbinding.

Ook andere omstandigheden kunnen zich diep in het lichaam nestelen.

Wanneer je moeder bijvoorbeeld weeënopwekkers kreeg. Het lichaam werd aangezet tot iets waarvoor het misschien nog niet jouw moment was.
Veel mensen herkennen later moeite met het voelen van hun eigen timing — het verlangen naar een duwtje, een startschot van buitenaf.

En wanneer er juist weeënremmers zijn gegeven, omdat je te vroeg kwam, kan er vroeg een rem zijn gezet op beweging. Een ervaring van ‘tegengehouden worden’.
Sommige mensen remmen zichzelf later voortdurend, of zoeken juist steeds de grens op, omdat beweging ooit letterlijk werd gecorrigeerd.

Het lichaam van de moeder

Ook de staat van de moeder heeft invloed. Wanneer je bent opgegroeid in een baarmoeder waar veel stress was — hoge cortisolwaarden, spanning, zorgen — dan ontwikkelt het babylichaam zich in die biochemische omgeving.

Het kan zijn dat je lijf later sneller reageert op angst, op signalen van buiten, of dat tot rust komen moeilijk is.

Soms ontstaat een patroon waarin je je sterk richt op de buitenwereld, omdat je systeem al vroeg leerde dat alertheid nodig was.

Cellen die herinneren

Dit zijn geen psychologische constructies, maar celervaringen. Patronen die ontstonden vóór taal, vóór herinnering, voordat je iets kon begrijpen of verwerken.

Je komt dus al met iets de wereld in.
Een gevoeligheid.
Een afstemming.
Een reactiepatroon.

Nog vóór je geboorte.

Een ouder die geen weet heeft van de invloed van deze ervaringen, kan het kind ook niet altijd (h)erkennen in wat het laat zien. Zo kunnen patronen inslijten, totdat je er later in je leven niet meer omheen kunt.

Waarom dit weten helpt

Wat deze informatie vooral geeft, is bewustzijn. Een begin. Een bedding om jezelf te begrijpen.

Als je weet waar je vandaan komt, kun je gaan herkennen waar je lichaam vandaan reageert. Je kunt zien welke patronen ooit bescherming waren. Niet om ze op te lossen, maar om er ruimte omheen te voelen.

Veel mensen weten weinig van hun babyperiode. Laat staan van de bevalling. En nog minder van die negen maanden daarvoor. Terwijl daar vaak iets te vinden is van hoe jij in het leven kwam, en waarom je reageert zoals je reageert.

Als je dit wilt onderzoeken, kun je je moeder vragen naar haar zwangerschap:

• bloedverlies
• medicatie
• angst
• misselijkheid
• lichamelijke spanning
• bijzondere gebeurtenissen
• zorgen

Het zijn kleine aanwijzingen, maar samen vormen ze een lijn terug naar waar jouw leven begon.

Je tijd in de baarmoeder vormt een deel van jouw fundament. Door die laag te begrijpen, kun je jezelf met meer helderheid en zachtheid ontmoeten.
Als je merkt dat bepaalde patronen je blijven tegenhouden, kan inzicht in je prenatale periode richting geven.
Een beginpunt.
Een kapstok om jezelf beter te begrijpen.

Wil je hiermee verder werken?

In mijn coaching breng ik helderheid in patronen door systemisch en lichaamsgericht te kijken. Zo ontstaat inzicht in hoe je doet, maar ook in wat je voelt en waar dat ooit begonnen is.

Welkom om contact op te nemen en jouw vragen voor te leggen.

Alleengeboren tweeling: hoe ziet het proces eruit?

Nog regelmatig ontvang ik reacties op de artikelen die ik vorig jaar schreef over alleengeboren tweelingen. Onlangs stuurde iemand mij een bericht. Zij had net ontdekt dat zij alleengeboren is, had mijn artikelen gelezen en vroeg mij:

‘Ik sta hier nu middenin. Kun je mij vertellen waar je bent geweest en hoe je er vanaf gekomen bent?’

Die vraag nodigde mij uit om opnieuw taal te geven aan dit proces.
Hoe kan zo’n weg eruitzien?
En misschien nog belangrijker: kun je er eigenlijk wel ‘vanaf komen’?

De impact van alleengeboren tweeling-zijn

Alleengeboren tweeling-zijn is een ervaring die diep in de blauwdruk van je leven gegrift staat. In het prilste begin start je samen. Sommigen met z’n tweeën, anderen, alleengeboren meerlingen, zelfs met drie of meer.

Die eerste ervaring is vormend: ultieme harmonie, symbiose, samen.
En dan verandert dat plotseling naar alleen-zijn, zonder taal of begrip. Voor het kind in wording is dat een traumatische ervaring. Met die ervaring kom je ter wereld. Alles wat daarna gebeurt, bouwt daarop voort.

Het lichaam herkent soortgelijke situaties en reageert daar direct op. Zo ontwikkelen veel alleengeboren tweelingen overtuigingen, patronen en overlevingsdelen die hun wortels hebben in juist die allereerste ervaring.

Terugkerende thema’s bij alleengeboren tweelingen

Veel alleengeboren tweelingen herkennen zich in thema’s zoals:

• een sterke gerichtheid op de ander
• loyaliteit aan de overleden helft(en), waardoor je het leven niet volledig leeft
• het gevoel ‘voor twee’ te moeten leven
• bindings- en verlatingsangst
• chronische gezondheidsklachten
• niet goed weten wie je zelf bent, zoeken buiten jezelf
• bezig zijn met de dood of angst voor de dood
• patronen van zelfsabotage

Heling gaat in lagen, niet in één keer

Uit mijn eigen proces en het werken met klanten zie ik steeds weer hoe dit trauma zich laag voor laag ontvouwt. Steeds opnieuw kom je een volgend stukje tegen dat onderzocht wil worden, en bijna altijd raakt het (ook) aan die ervaring van alleengeboren zijn.

Alles bestaat in een context. Wat je nu tegenkomt, heeft wortels in het verleden. Je kunt die oorspronkelijke ervaring niet wissen. Jouw lichaam en jouw cellen hebben dat meegemaakt.

Wat wél kan:
door bewustzijn te brengen op systemisch niveau, op de blauwdruk van jouw leven én via het lichaam leer je steeds eerder herkennen waar je geraakt wordt in die allereerste pijn. Je ontwikkelt draagkracht, veerkracht en innerlijke stevigheid om ermee om te gaan. En dat gebeurt stap voor stap.

Er is niet één persoon die je ‘helemaal kan helpen’

Daarom geloof ik niet dat één begeleider dit hele proces met je kan dragen. Het allerbelangrijkste is om zelf te voelen wat je nodig hebt en je intuïtie daarin volgen. Jouw intuïtie weet wie op welk moment klopt in jouw proces. Dat gaat voorbij de rede.

Hoe ik je kan ondersteunen

In mijn coachsessies werk ik met de laag van het lichaam en het systemische veld. Veel alleengeboren tweelingen ervaren een verstoring in het contact met hun eigen voelen en in het herkennen van wat hun gevoel wil vertellen.

Wil je meer verbinding met jouw lichaamswijsheid en intuïtie, dan kunnen we daar samen onderzoek naar doen. In een sessie creëren we ruimte zodat jouw binnenwereld weer hoorbaar en voelbaar wordt.

Voel je herkenning?

Als je merkt dat je meer verbinding wilt met je lichaamswijsheid, je innerlijke bewegingen beter wilt begrijpen, of laag voor laag wilt onderzoeken wat jouw alleengeboren ervaring raakt, dan ben je welkom.

Je kunt hier contact met mij opnemen om een sessie met mij plannen – zodat we samen kunnen kijken wat jouw systeem op dit moment nodig heeft.

Lees hier de artikelen over Alleengeboren tweeling-zijn:
Deel 1
Deel 2

Al de innerlijke kinderen

Soms merk je dat je reageert op een manier die niet helemaal past bij het moment. Je voelt je plotseling boos, bang, onzeker of juist over-verantwoordelijk. Vaak zijn het niet je volwassen delen die dan spreken, maar de kinddelen in jou die ooit iets hebben meegemaakt en nog steeds proberen je te beschermen.

In ons allemaal wonen innerlijke kinderen, elk met hun eigen gevoelens, verlangens en manieren van reageren. Wanneer je ze leert kennen, kun je ze stap voor stap begeleiden vanuit volwassenheid.

Het boze innerlijk kind

Het boze innerlijk kind uit zich door conflict aan te gaan vanuit pijn. Het doet dit niet uit kwade wil, maar uit onvermogen. Het voelt boosheid, maar weet nog niet hoe hiermee om te gaan.

Beland je vaak in conflicten of voel je je snel boos op anderen? Dan kan een innerlijk kind jouw kar trekken. Vanuit volwassenheid kun je leren om dit patroon te herkennen, te stoppen en te onderzoeken wat er in jou geraakt wordt.

Het angstige innerlijk kind

Dit kind zet je op de rem of het activeert je juist tot overmatige actie.
Het twijfelt aan je gedachten en impulsen en is bang dat dingen mislukken, dat je alleen komt te staan, niet gezien wordt, zult falen of zelfs doodgaat.

Het angstige innerlijk kind heeft daar goede redenen voor. In je verleden heb je waarschijnlijk iets meegemaakt waardoor die angst begrijpelijk is geworden. Onverwerkt of onbekend trauma kan een grote rol spelen wanneer dit kinddeel de leiding neemt in je leven.

Het reddende innerlijk kind

Het reddende innerlijk kind wil niets liever dan van betekenis zijn. Het heeft zich ontwikkeld om betekenis te ervaren op momenten dat die erkenning van de ouders ontbrak.

Dit kinddeel voelt vaak wat anderen nodig hebben en probeert daarop in te spelen, of het lost andermans problemen op. Zo zet het zijn eigen behoeften opzij om zich waardevol te kunnen voelen.

Het reddende kind ontstaat vaak al op zeer jonge leeftijd, soms zelfs kort na de geboorte, wanneer een baby aanvoelt dat de moeder het niet volledig kan dragen en besluit stil te blijven of mee te zorgen voor de ander.

Het spelende en vrije innerlijk kind

Dit kinddeel is een waardevolle bron van levenslust, creativiteit en ontspanning. Toch staat het bij veel volwassenen op de parkeerplaats, onbereikbaar geworden door opvoeding, regels of generationeel trauma.

Door dit vrije en spelende deel weer te verwelkomen, komt er ruimte om dichter bij je essentie te leven. Het helpt je om jezelf te reguleren en vreugde toe te laten in het dagelijks leven.

Volwassen worden met al je innerlijke kinderen

Vanuit volwassenheid kun je stap voor stap de lagen afpellen die je weghouden bij je volwassen potentie. Groei ontstaat door onderzoek te doen, tijd te nemen om jezelf en je innerlijke kinddelen te leren kennen en ze bewust te begeleiden.

Net zoals echte kinderen opvoeding nodig hebben, vragen ook je innerlijke kinderen om zorg: grenzen, aandacht, geruststelling, aanmoediging en ruimte om te spelen.

Zo krijg je steeds meer volwassen potentie tot je beschikking om deze delen te herkennen en te erkennen, zonder dat ze je overspoelen of je leven overnemen.

Het werken met het innerlijk kind heeft mij veel geleerd over mens-zijn, over kwetsbaarheid en over de kracht van spelen. In mijn kunst en in mijn boek, dat inmiddels niet meer verkrijgbaar is, heb ik deze lagen onderzocht en vormgegeven. Nog altijd vormt dit thema een rode draad in mijn werk en in de gesprekken die ik met anderen voer.

Naar de kunstserie

Wanneer je merkt dat wat ooit klopte, een trucje is geworden

De glans die verdwijnt

Soms wordt wat ooit vervullend was, een trucje.
Ik hoor het vaak terug bij mensen die creatief werken – kunstenaars, ondernemers, coaches, creatives. Wat ze doen is ergens ontstaan, groeide uit tot iets moois, iets wat werkte. Het bracht erkenning, geld, waardering. De buitenwereld spiegelde terug dat het goed was. En dat voelde fijn, want ieder mens verlangt ernaar gezien te worden in wat hij doet.

Maar langzaam verliest het zijn glans. Het werk dat ooit bezieling droeg, wordt een herhaling van zetten. Het roept nog steeds waardering op, maar niet meer van binnenuit. Het vult niet langer, het voedt niet meer. En toch is het moeilijk om het los te laten. Want het trucje heeft iets opgeleverd — succes, stabiliteit, bevestiging. Loslaten lijkt te veel te kosten.

Het pantser dat verandering tegenhoudt

Toch houdt juist dat vasthouden de verandering tegen.
Een trucje is als een pantser dat ooit bescherming bood, maar nu verstrakt. Het bewaart het oude, terwijl het nieuwe zich aandient. Vaak is er een crisis nodig om dat zichtbaar te maken. Want zolang het nog enigszins werkt, zolang het leven doorgaat zoals het gaat, is er geen reden om het te ontmantelen.

Pas als het lijden groter wordt dan de voordelen, ontstaat beweging.
Wanneer de leegte niet langer te vermijden is.
Wanneer de angst om iets te verliezen kleiner wordt dan het verlangen om echt te leven.

Ik zie het bij kunstenaars die met hun werk erkenning krijgen, maar van binnen weten dat het ze niet meer draagt. Bij coaches die geen zin hebben in hun klanten, maar hun trajecten in stand houden omdat het ‘werkt’, maar ondertussen voelen dat ze zichzelf kwijtraken. Bij ondernemers die hun succesvolle product blijven aanbieden, terwijl iets in hen schreeuwt om te mogen stoppen.

Het trucje als oud overlevingsmechanisme

Het trucje is niet verkeerd.
Als kind leer je dat bepaalde manieren van doen je iets opleveren. Zo ontwikkel je je. Je ontdekt hoe de wereld reageert op jou, hoe je succes kunt ervaren, hoe je kunt overleven. Dat is functioneel — tot het dat niet meer is.

Want succes vervult alleen als wat je doet om dat succes te bereiken, ook van binnen klopt. Wanneer de activiteit zelf voeding geeft, niet enkel de opbrengst ervan.

Een trucje herhalen voelt dan leeg. Er is weerstand, verveling, soms zelfs een subtiele afkeer. Toch is dat vaak precies het moment waarop iets nieuws geboren wil worden: iets wat nog geen vorm kent, iets dat vraagt om moed, om stilvallen, om het niet-weten te dragen.

De uitnodiging van het leven

En juist daarin schuilt iets hoopvols.
Het moment dat je beseft dat je een trucje uitvoert, is niet het einde van iets, maar het begin van groei. Het leven nodigt je uit om verder te ontwikkelen, om oude vormen los te laten zodat nieuwe creatie kan ontstaan.

Er zit meer in jou dan het trucje laat zien.
Meer potentie, meer leven, meer waarheid.
Het proces van loslaten hoort erbij: de leegte, de verwarring, de tussenruimte. Daarin wordt het nieuwe geboren.

Binnen wordt buiten

Een aantal jaren geleden deed ik een ritueel met fotograaf Jonneke. Het was een bijzonder moment, een eigen ritueel waarin ik, terwijl er foto’s van mij werden gemaakt, met een kwast kleur aanbracht op mijn gezicht. Ik koos intuïtief de tinten die me op dat moment aanspraken.

De beweging van expressie

Dat ritueel ging voor mij over beweging. Over de beweging van expressie geven, van zichtbaar worden. Terwijl ik strepen op mijn gezicht schilderde, maakte ik letterlijk zichtbaar wat van binnen leefde. De verf, de kleuren, de verfstreken brachten mijn innerlijke wereld naar buiten.

Het ging over de kloppendheid tussen binnen en buiten. Dat wie ik van binnen ben, ook buiten mij zichtbaar is. Dat er harmonie ontstaat tussen innerlijke beleving en uiterlijke verschijning.

De taal van binnen

Zelfexpressie gaat voor mij precies daarover. Over het zichtbaar maken van wat er van binnen is. Over taal geven aan wat we meemaken, ontdekken en begrijpen.
En met ‘taal’ bedoel ik niet alleen woorden, maar iedere vorm waarin iets van onszelf voelbaar wordt: beweging, kleur, klank, ritueel.

Hoe geven we vorm aan onze wijsheid, aan onze bezieling, aan onze passie?
En durven we ook de donkere kanten te tonen, niet alleen het licht?

Trouw aan je eigen vorm

Voor mij is zelfexpressie het tonen van het leven in zijn volheid. Van mijn leven in zijn volheid.
Het vraagt om trouw te zijn aan mijn eigen geluid, mijn eigen manier van vormgeven.
Niet alles hoeft gedeeld te worden, misschien pas later als de tijd rijp is. Niet elke les hoeft een podium te vinden. Sommige ervaringen willen alleen maar doorleefd en in vorm gebracht worden, als ankering voor mijzelf.

Bekrachtiging van binnenuit

Want dat is misschien wel de essentie: zelfexpressie doe je voor jezelf.
Wat we maken, spreken of creëren, bekrachtigt ons.
Het herinnert ons aan wie we zijn.

Ik hoor het ook vaak van anderen: dat ze iets delen over hun expertise en daarna zeggen: “ik vertel het eigenlijk ook voor mezelf.” En dat herken ik.
De dingen die we delen of maken, voeden ons eigen pad. Ze brengen onze binnenwereld in beweging. En soms raakt dat ook een ander, is een ander geholpen met die authentieke expressie. Win-win is dat dan.

Zichtbaar zijn naar buiten begint bij aandacht voor wat er vanbinnen is.
Zo binnen, zo buiten.

De omgekeerde weg naar creatie

Over de parabel van de mandala en het omgekeerde creatieproces

De oude man en zijn ontdekking

In Symboliek van de Mandala beschrijft Carl Jung een parabel die diep raakt aan de essentie van creatie.
Hij vertelt over een nieuwsgierige oude man die voortdurend probeerde te begrijpen wat het was dat zich steeds voltrok, maar wat hij zelf niet kon weten. Nadat hij lang had nagedacht over het nietdenkbare, pakte hij een stuk krijt en begon tekeningen te maken op de wanden van zijn hol. Hij probeerde te verbeelden wat hij nog niet kon begrijpen.
Na vele pogingen tekende hij een cirkel. Dat is juist, voelde hij. En toen voegde hij een vierkant toe. Zo is het nog beter.

Later kwamen zijn leerlingen. Ze ontdekten de tekening op de muur en tekenden die na. Zonder het te beseffen keerden ze het hele proces om. Ze begonnen met het resultaat, de tekening, in de hoop daarmee het innerlijke proces te kunnen oproepen dat juist tot dat resultaat had geleid.
“Zo ging het destijds,” schrijft Jung, “en zo gaat het vandaag de dag nog.”

De omkering die we blijven herhalen

Ik herken dat beeld, niet alleen in onze maatschappij, maar ook in mijn eigen leven en werk. We zien een resultaat bij iemand anders, een kunstwerk, een onderneming, een manier van spreken of leven, en proberen dat na te bootsen omdat het ons aanspreekt. We willen bereiken wat die ander heeft bereikt. Maar precies daarin zit de omkering die Jung beschrijft.

Wanneer we beginnen bij de vorm, bij het zichtbare resultaat, vertrekken we vanuit iets uiterlijks. We hopen dat die vorm ons de inhoud zal brengen die we verlangen: rust, betekenis, verbinding, inspiratie. Maar in werkelijkheid is het juist de inhoud die de vorm haar betekenis geeft.

De vorm als gevolg van een innerlijk proces

De vorm is een gevolg, niet een startpunt.
Zij groeit uit een innerlijk proces, uit leven, reflectie, voelen, intuïtie volgen, jezelf ontdoen van belemmeringen en illusies, en bereid zijn om te worden gespiegeld. Daar, in dat doorleven, vormt zich de kern van waaruit iets echts kan ontstaan. De ziel wil van nature expressie geven aan zichzelf.

Wanneer we de volgorde omkeren en direct met de expressie beginnen, zonder de weg naar binnen te gaan, slaan we de betekenis over die de vorm bezielt. Wat overblijft is een lege omhulling, een resultaat zonder wortels, een vorm zonder leven.

Terug naar de eigen bron

Wie beweegt vanuit een resultaat dat niet voortkomt uit eigen ervaring, zal vroeg of laat stuiten op het onbekende in zichzelf. Want het resultaat van een ander is niet jouw pad. Het hoort niet bij de toon van jouw ziel. Alleen jij kunt de inhoud van jouw levensweg vormgeven.

Iedere mens draagt een unieke kleur, een eigen palet, een eigen trilling.
De kunst is niet om de tekening van een ander na te maken,
maar om te ontdekken wat jij met jouw krijt hebt te tekenen
over wat jij hebt ontdekt in jouw leven.

En misschien is dat precies wat ik hier ook doe.
Niet het verhaal van Jung herhalen, maar luisteren naar wat het in mij heeft wakker gemaakt.
Zijn parabel werd een spiegel voor mijn eigen proces van de afgelopen tijd. Die herkenning gaf me inzichten voor iets nieuws:
Mijn eigen cirkel, mijn eigen vierkant,
getekend met mijn krijt, op mijn muur.

Betekenis ervaren

Doordat wij een bewustzijn hebben, kunnen we betekenis geven aan wat ons overkomt en aan wat we doen. Dat vermogen ontwikkelt zich al vroeg in ons leven. Als kind zoeken we voortdurend taal voor wat we meemaken, voor gebeurtenissen, maar ook voor de gevoelens die ze oproepen. We leren wat “goed” of “niet goed” is, niet alleen uit woorden, maar vooral uit de reacties van anderen.

Wanneer we als kind onvriendelijke woorden gebruiken en merken dat het iemand pijn doet, leren we iets over de betekenis van ons gedrag. En als we iets doen dat een glimlach of warmte bij een ander oproept, voelen we dat we ertoe doen. In die ervaringen ligt de eerste vorm van betekenis: het gevoel van waarde hebben, iets kunnen bijdragen.

Van leegte naar waarde

Sommige kinderen ontdekken al vroeg dat ze iets kunnen geven wat de ander nodig heeft.
Zeker wanneer een ouder, bijvoorbeeld een moeder, zelf veel tekorten kent en weinig emotionele voeding kan bieden, leert het kind dat liefde niet vanzelfsprekend komt. De leegte die dat veroorzaakt, is moeilijk te verdragen. En dus zoekt het kind manieren om wél contact te voelen, door te zorgen, te helpen, te troosten of de ander blij te maken.

Zo ontstaat een strategie van betekenis: “Als ik voor jou van waarde ben, voel ik dat ik besta.”
Dat is een vorm van overleven. Want zonder verbinding kan een kind niet groeien.

Maar wat in de kindertijd een noodzakelijke overlevingsstrategie was, kan in het volwassen leven een last worden. We blijven dan betekenis ontlenen aan het helpen van anderen, aan het dragen van situaties, aan het voortdurend beschikbaar zijn. Vaak zonder het te merken, vullen we zo een oude leegte, een leegte die ooit ontstond in de relatie waarin we zelf niet ontvangen werden.

De leegte opnieuw ontmoeten

In periodes van burn-out, depressie of stilstand komt die oude leegte vaak weer naar boven.
Alsof de bodem onder onze betekenis wegvalt. We doen niet meer wat we altijd deden, en ineens voelen we wat eronder lag: eenzaamheid, verlies, een diep gemis aan vervulling.

Sommige mensen proberen dan nog harder te geven, te zorgen, te presteren. Maar de leegte laat zich niet vullen door iets of iemand buiten ons. Hoe liefdevol de ander ook is, die ander is nooit blijvend genoeg. Wat vandaag even past, schuift morgen weer weg.

De enige beweging die werkelijk vult, is die naar binnen:
de vraag “Waar vind ík de zin in wat ik doe?”

De zin van doen wat je graag doet

Zin gaat niet alleen over betekenis in grote, existentiële zin, maar ook over zin hebben: plezier ervaren.
Wanneer je iets doet, niet omdat de ander het nodig heeft, maar omdat het jou voedt, dan krijgt het leven vanzelf betekenis.

Koken wordt dan niet langer een daad van zorg, maar een vorm van zelfexpressie.
Leiden wordt niet meer een taak, maar een manier om iets in jezelf te ontwikkelen.
Vragen stellen wordt niet meer een middel om de ander te begrijpen, maar om zelf te groeien.

Zinvol leven gaat over voelen waar iets jou dient, waar iets jou ondersteunt en verzorgt. Pas dan kan wat jij doet ook werkelijk iets betekenen voor een ander, niet vanuit tekort, maar vanuit overvloed.

Van betekenis zijn voor jezelf

Betekenis geven verschuift dan van “van waarde zijn voor de ander” naar “ervaren dat iets van waarde is voor mij.”
Het is een beweging van buiten naar binnen, van overleven naar leven.

Wanneer je vanuit plezier en echtheid handelt, stroomt wat jij doet vanzelf naar de wereld om je heen, op een manier die je niet kunt regisseren, maar die klopt.

Zin ontstaat niet door te doen wat nodig lijkt, maar door te voelen wat jij te doen of te laten hebt.
Betekenis groeit niet door te geven aan de ander, maar door trouw te zijn aan wat in jou wil leven.

Creativiteit en wat haar belemmert

Vanuit mijn werk, waarin creatieve processen van volwassenen en kinderen centraal staan, heb ik veel ontdekt over de gedachten en overtuigingen die ons kunnen belemmeren als we creatief willen leven. Ik herken het niet alleen bij anderen, maar ook in mezelf: momenten waarop mijn creativiteit stokt, waarin speelsheid ver te zoeken is. Oude ervaringen hebben invloed op hoe je nu maakt, doet en creëert. Soms zijn ze als een stille stem op de achtergrond die haast als vanzelfsprekend aanwezig is en zegt: je kunt dit niet, je moet het goed doen, het moet mooier, beter, anders. En juist die stemmen halen ons weg bij de vrije, oordeelloze stroom van onze creativiteit.

Het verschil tussen creativiteit en kunstzinnigheid

Veel mensen denken bij creativiteit aan tekenen, schilderen, muziek maken of toneel spelen. Dat zijn waardevolle vormen van expressie, maar creativiteit gaat dieper en verder dan kunstzinnigheid alleen.

Creativiteit is de kern van ons bestaan. Het is de manier waarop wij bedoeld zijn te leven. We hebben allemaal een creatieve essentie, een bron waaruit we het leven tegemoet treden: nieuwsgierig, helder, speels en zonder oordeel. Ware creativiteit is een staat van zijn.

Kunstzinnigheid is de vorm die creativiteit kan aannemen. Het gaat over materiaal, kleur, klank, beweging, vorm. Kunstzinnige expressie is één van de vele manieren waarop creativiteit zichtbaar wordt. Maar creativiteit zelf drukt zich óók uit in de keuzes die we maken, de woorden die we gebruiken, hoe we een gesprek aangaan, hoe we omgaan met een probleem of hoe we een maaltijd samenstellen.

Creativiteit is dus veel breder dan kunstzinnigheid. Het is leven in expressie.

Creativiteit vanuit overleving

Er is echter een belangrijk onderscheid te maken tussen creativiteit vanuit onze essentie en ideeën die voortkomen uit overleving. Vanuit overleving kunnen we slimme oplossingen bedenken en constructies maken. Dat lijkt soms creatief, maar het mist de speelse, vrije, oordeelloze kwaliteit van echte creativiteit. Overleving is gericht op overbruggen, fixen en oplossen. Creativiteit vanuit essentie opent juist, nodigt uit en schept ruimte.

Belemmerende overtuigingen over creativiteit

In mijn werk zie ik hoe vaak overtuigingen het creatieve proces blokkeren. Mensen zeggen bijvoorbeeld:

  • “Ik ben niet creatief.” Vaak bedoelen ze eigenlijk: ik ben niet kunstzinnig genoeg. Terwijl creativiteit juist iets veel breders is.
  • “Het moet meteen goed zijn.” Perfectionisme doodt nieuwsgierigheid en maakt dat mensen niet eens beginnen.
  • “Ik kan het niet zo goed als de ander.” Vergelijken haalt ons uit onze eigen stroom en legt de focus buiten onszelf.
  • “Ik mag geen fouten maken.” Terwijl juist spel, experiment en proberen de kern vormen van creativiteit.
  • “Ik mag geen succes hebben.” Soms zijn er onderliggende overtuigingen die ons klein houden, ook als het creatieve proces juist uitnodigt om zichtbaar te worden.

Deze overtuigingen raken zowel onze relatie met kunstzinnige uiting als met creativiteit in de breedte van het leven.

Het creatieve proces als levensproces

Het creatieve proces omvat verschillende fasen: van verlangen en verbeelding, tot vormgeven, delen, samenwerken, feedback ontvangen, opnieuw schaven, reflecteren, oogsten en rust nemen. Marinus Knoope beschreef dit prachtig in De creatiespiraal. In al deze fasen kunnen overtuigingen ons doen haperen of zelfs stoppen.

En toch: dit proces is het leven. Creëren betekent leven vanuit ziel en essentie. Het betekent steeds opnieuw ruimte maken voor verlangen, vormgeven, delen en rusten.

Door kunstzinnig bezig te zijn, wordt dit proces vaak zichtbaar en tastbaar. Het laat ons zien waar we vastlopen, waar we onszelf tegenhouden en waar het juist stroomt. Daarmee wordt kunstzinnigheid een spiegel voor onze diepere creatieve kern.

Uitnodiging

Creativiteit vraagt geen talent of kunstzinnige vaardigheid. Het vraagt beschikbaarheid, nieuwsgierigheid en de moed om te beginnen. Wanneer we onze belemmerende overtuigingen onder ogen zien, komt er ruimte vrij om weer mee te gaan op de creatieve stroom die ook wel Leven genoemd wordt.

Het mysterie van overgave

Het afgelopen half jaar heb ik een flinke switch gemaakt.
Ik ben zachter geworden en leef veel meer vanuit overgave. Dichterbij ‘wat wil en kan ik nu?’ en ‘ik weet niet wat gebeuren gaat.’

Ik ontdekte op een nieuwe laag dat: wat je aandacht geeft, niet altijd groeit zoals jij dat wil.
Een pijnlijke les, ook letterlijk, mijn buik sprak boekdelen.
En paradoxaal genoeg: juist midden in het toelaten van alles, groeide er iets onverwachts.

Overgave heeft iets mysterieus.
Het is geen moment dat je met alleen je hoofd kunt bereiken.
Mensen die zeggen: je moet het gewoon loslaten, laten het eenvoudiger klinken dan het is.
Je houdt iets namelijk niet voor niets vast, met geklemde knuisten.
Je hoofd kan zeggen dat je die handen moet openen, bijna als een bevel.
Maar als de liefde daarin ontbreekt, grijp je het even later gewoon weer vast.

Ik heb gemerkt: er is veel zelfliefde nodig om echt los te kunnen laten.
Het vraagt om een andere blik. Om zachter spreken tegen jezelf.
Om moed om te kijken waarom je iets vasthoudt. Wat het probeert te beschermen.
Het vraagt liefde om toe te laten dat dingen veranderen.
Dat alles in beweging is.
Ik inclusief.

Extra bijzonder was het kaartje dat ik vorige week kreeg van @sannemariapoet (slide), met de woorden:
“Surrender while I move, embrace what’s new. There’s my Lifeforce.”
Voor mij raakte dat precies de kern.
Want midden in de overgave, dáár is het Leven.
Daar kan iets nieuws ontstaan, wat dat dan ook is.

Overgave is ongrijpbaar.
Als je je ergens écht aan kunt overgeven, kun je je niet meer voorstellen dat je het eerder niet kon.
Het gevoel van verzet of weg willen is dan verdwenen.
En toch is overgave geen machteloosheid.
Want je kiest er — uit liefde — zélf voor om je handen te openen.

De zinvolheid van creatief experimenteren

Mijn visie op creativiteit blijft zich ontwikkelen, logisch, want het komt voort uit mijn eigen proces.
Als kind was ik al gefascineerd door hoe dingen ontstaan. Door de jaren heen heb ik veel zelfonderzoek gedaan naar de weg van inspiratie naar vorm, en wat mij daarin beweegt, laat overhaasten of juist laat stokken. De wortels daarvan lagen op plekken die ik niet had kunnen bedenken.

Creativiteit is zoveel meer dan iets praktisch ‘maken’. Ik ontdek steeds meer dat we zelf creativiteit zíjn. Dat onze essentie creatief is. Dat er iets in ons vrucht wil dragen. Alleen zit ons hoofd daar vaak tussen. We leren al vroeg om creativiteit in een mal te gieten, om het aan te passen of zelfs niet te gebruiken. Bij volwassen klanten zie ik dat regelmatig terug: ze kunnen eindeloos veel ideeën bedenken, maar het sprankelt van binnen niet (meer). Creativiteit wordt dan soms een trucje, het lijkt alsof er van alles stroomt, terwijl het gevoel ontbreekt.

Échte creativiteit voelt plezierig en aanstekelijk. Het geeft je zin.

Af en toe geef ik kunstlessen aan kinderen. Hun nieuwsgierigheid is vaak enorm. Ik kies dan voor experiment boven iets namaken of een opdrachtje uitvoeren. Volwassenen vinden dat soms verwarrend, die willen dat vaak graag: een soort houvast of kader om aan te kunnen ‘voldoen’. Dat kan een gevoel van veiligheid geven. Maar juist als ze het aandurven om het experiment aan te gaan, ontstaat er vaak veel zin.

Experimenteren dient namelijk vooral jezelf – en iets puur voor je eigen plezier doen, heeft verrassend veel zin.