Ik sluit mijn ogen en leun achterover tegen de rugleuning van het houten bankje. De zon voelt warm op mijn huid. Om mij heen klinkt vrolijk gegil van kinderen op de trampoline en het gezang van een vroege merel. Mijn hart maakt een vreugdesprongetje. De winter is voorbij. Eindelijk.
De winter is gevoelsmatig zo anders. De donkere dagen zorgen ervoor dat je minder vitamine D aanmaakt. Je lichaam moet harder werken, want het moet zich warm houden. En waar we eigenlijk met de hoeveelheid daglicht mee zouden moeten leven, dus vroeg naar bed gaan, blijven we vaak juist te lang op doordat we nog van alles moeten. De winter is voor velen een periode waarin ze zich veel vermoeider voelen dan in andere seizoenen.
Voor mij geldt dat in elk geval. Hoewel ik enorm kan genieten van het cocoonen in de winter en het ‘huismussen’, ben ik toch elk jaar weer verrukt als het voorjaar zich aandient. Alles voelt open, nieuw en mogelijk. Mijn ruimte wordt letterlijk groter als ik meer buiten kan zijn.
Die extra ruimte is precies wat ik proef, daar op dat bankje in de zon. Iedereen geniet zichtbaar. De kinderen spelen ineens makkelijker, anders en een heel stuk creatiever. Mensen wandelen meer en zijn vriendelijker tegen elkaar op straat.
De zon brengt ons zoveel.
Terwijl ik een slokje van mijn koele witte wijntje drink, denk ik aan de 40 dagenperiode: de tijd waarin we nu zitten en toeleven naar het Paasfeest. In het verleden ben ik daar een aantal keren bewust mee bezig geweest. Het ene jaar las ik een leesplan, een ander jaar vastte ik op het gebied van social media. Vorig jaar nam ik elke dag een moment van stilte speciaal voor God. Deze keer ben ik niet met iets gestart. Had ik dat wel moeten doen?
Dan wordt me ineens duidelijk dat dit precies is waar het Paasfeest om draait. Voor Jezus’ offer was het winter. Zijn opstanding leidde ertoe dat het lente kon worden in onze harten. Hij zorgde ervoor dat we ruimte hebben, dat we blijdschap kunnen uitdelen. Hij maakte alles nieuw. Dankzij Hem kan het áltijd lente zijn voor onze ziel. Wow.
De kinderen dartelen blij om me heen. ‘Mogen we met water spelen?’, vragen ze uitgelaten. Het is nog maar zestien graden, maar prima. ‘Ik wil dat het altijd lekker weer is’, roept mijn zoon enthousiast. Ja, dat wil ik ook. En Jezus ook.