Veel ‘in je hoofd’ zitten, herken je dat patroon? Gedachten razen, je analyseert situaties en gevoelens, piekert over wat er was of wat er nog gaat komen. Dit denkende hoofd kan soms een veilige plek lijken waardoor je controle over een situatie behoudt, maar het is ook een overlevingsstrategie die ontstaat wanneer verbinding met je lijf onveilig voelt. In dit artikel ga ik dieper in op dit overlevingsmechanisme en maak ik de link met de polyvagaal theorie en het zenuwstelsel. Ook deel ik kunstwerken die een indruk geven van deze overlevingsstrategie.
Wat betekent het om ‘in je hoofd te zitten’?
Wanneer je te veel in je hoofd zit, ben je vooral bezig met denken en analyseren. Voelen lijkt minder toegankelijk of zelfs beangstigend. Deze manier van “vluchten naar je hoofd” is vaak een teken dat je lijf signalen geeft die je niet wilt, kunt of durft te voelen. Dit is een strategie die zijn oorsprong vind in ervaringen die moeilijk voor je waren en waar ontkoppelen van je lichaam en denken de enige oplossing voor de situatie waren.
Kenmerken van veel in je hoofd zitten:
- Overmatig analyseren: je blijft nadenken over situaties, mensen of jezelf.
- Over voelen denken: je probeert gevoelens te begrijpen in plaats van ze te doorvoelen.
- Piekeren: je gedachten blijven malen, vaak over het verleden of de toekomst.
- Afwezigheid van lichamelijke gewaarwording: je voelt je lichaam niet of nauwelijks.
- Moeite met beslissingen nemen: je weegt alles af en komt niet in actie.
- Vermoeidheid of spanning: het denken kost veel energie en zet spanning in je lijf.
De polyvagaal theorie
Je hoofd biedt een illusie van controle en veiligheid. Wanneer het lichaam stress ervaart, kan het zenuwstelsel ervoor kiezen om te vluchten naar het hoofd. Dit mechanisme komt voort uit een overlevingsstrategie die diep in ons systeem verankerd is.
Volgens de polyvagaaltheorie van Dr. Stephen Porges werkt ons zenuwstelsel op drie niveaus:
- Veilige verbinding (ventrale vagus): Je voelt je rustig, verbonden en veilig. Je bent aanwezig in je lichaam.
- Vechten/vluchten (sympathische activatie): Je lichaam staat ‘aan’ en maakt zich klaar om te reageren op gevaar.
- Bevriezen/ontkoppelen (dorsale vagus): Wanneer vechten of vluchten geen optie is, schakelt het systeem over naar bevriezing of dissociatie. Je trekt je terug en raakt losgekoppeld van je lichaam.
In je hoofd zitten gebeurt vaak op een onbewuste laag en is een teken dat je zenuwstelsel in de vecht/vlucht-modus of zelfs in bevriezing zit. Door te denken probeert je systeem ongemakkelijke lichamelijke gevoelens te vermijden, zoals spanning, verdriet of angst. Dit is een beschermingsmechanisme dat reageert op een trigger, een manier om te zorgen dat je een gewond innerlijk deel niet hoeft te voelen. (Lees hier meer over in het artikel over de polyvagaal theorie en Internal Family Systems)
De rol van dissociatie
Dissociatie is een diepere vorm van ontkoppeling en gebeurt vaak wanneer je zenuwstelsel naar de dorsale vagus schakelt, het valt in de polyvagaal theorie onder het deel ‘bevriezing’. Dit betekent dat je systeem zich letterlijk ‘afsluit’ om overleving te waarborgen. Terwijl je in je hoofd zit en analyseert, kan er tegelijkertijd sprake zijn van een onderliggende dissociatie van je lichaam.
Signalen van dissociatie kunnen zijn:
- Een gevoel van afwezigheid of alsof je ‘niet helemaal hier’ bent.
- Een vervreemd gevoel van je eigen lichaam (alsof je het niet meer voelt).
- Het idee dat de wereld om je heen onwerkelijk of ver weg lijkt.
- Onvermogen om emoties te voelen, herkennen of ze als verdoofd ervaren.
Hoewel dissociatie oorspronkelijk bedoeld is om je te beschermen tegen overweldigende stress of pijn, kan het je ook langdurig loskoppelen van je lichaam en het hier-en-nu.
De gevolgen van in je hoofd zitten
Hoewel je hoofd een veilige plek lijkt, heeft het langdurig “denken” ook gevolgen:
- Je raakt de verbinding met je lichaam kwijt, waardoor je signalen zoals stress, vermoeidheid of pijn negeert.
- Je mist het hier-en-nu: je leeft in het verleden of de toekomst en verliest de aanwezigheid in het moment.
- Je lichaam bouwt spanning op omdat emoties en sensaties niet worden doorvoeld.
- Dissociatie kan je loskoppelen van zowel fysieke sensaties als je emotionele wereld.
- Je voelt je vaak uitgeput en leeg, ondanks dat je mentaal actief bent.
Het zenuwstelsel zoekt terug naar veiligheid, maar kan dit niet vinden in het hoofd alleen. Het hoofd biedt slechts een tijdelijke ontsnapping door controle en denken, terwijl echte veiligheid en rust in het lichaam gevonden worden.
Conclusie: Het lichaam als veilige basis
In je hoofd zitten is een teken dat je zenuwstelsel veiligheid zoekt. Door te begrijpen hoe dit werkt en kleine stappen te zetten richting je lichaam, kun je jezelf weer laten landen in het hier-en-nu. De polyvagaaltheorie leert ons dat echte veiligheid in verbinding ligt: verbinding met jezelf, met anderen en vooral met je lichaam.
Wanneer je leert om je hoofd los te laten en weer in je lijf te zakken, ontstaat er ruimte voor ontspanning, aanwezigheid en veerkracht. Het is in het lichaam dat je de veiligheid vindt waar je zo naar verlangt.
Lees hier de uitleg van de polyvagaal theorie voor beelddenkers.