Ik kijk in de spiegel naar mijn gezicht. De slapeloze nachten zie ik duidelijk terug in de donkere randen onder mijn ogen. De afgelopen nachten waren geen feestje. De jongste is al een paar dagen ziek en de oudste wordt door het babygehuil, ook om de haverklap wakker. Ik heb het gevoel dat ik constant paraat moet staan. Tijd voor mezelf is er niet. Beneden roept mijn kleuter om mijn hulp bij het zoeken van een legoblokje. ‘Ja, ik kom zo’, roep ik terug. Ik wil alleen zijn. Al is het maar om mijn tanden te poetsen. In de rust.
Nog geen drie tellen later klinkt er gestommel op de trap. ‘Mama, waar zit je?’ Ik onderdruk de neiging om de badkamerdeur op slot te draaien. ‘Mam, kom je nou?’ Mijn zoon komt naast me staan en laat een legoboekje aan me zien. ‘Dit blokje kan ik niet vinden.’ Hij tikt op een plaatje van een grijs blokje. ‘Dan moet je even goed zoeken’, zeg ik kortaf. ‘Nee, jij moet hem zoeken.’ Hij zet zijn handen in zijn zij.
Ik adem diep in en schraap al mijn geduld bij elkaar. Op duidelijke toon leg ik uit dat ik moet wassen en aankleden en dat ik hem kom helpen als ik klaar ben. Dat is niet het antwoord dat hij wil horen. Geïrriteerd kijkt hij me aan. ‘Ik wil het legoblokje hebben, nu kan ik niet verder.’ En ík wil alleen mijn tanden kunnen poetsen. Beneden begint mijn baby die in de box zit te huilen.
Ik wil rust.
Sommige moeders lijken het moederschap allemaal zo makkelijk te doen en dát met een hele kudde kinderen én naast een verantwoordelijke baan. Hun kinderen zien er perfect uit, ze zijn succesvol op hun werk en in het weekend doen ze leuke dingen. Hebben die moeders dan geen behoefte aan rust? Is hun energie eindeloos? In ieder geval heb ik rust, ruimte en tijd voor mezelf nodig. Daarvan krijg ik bakken met energie en dan kan ik een leukere moeder zijn.
Terwijl ik beneden mijn baby troost, denk ik aan de afgelopen dagen. Aan hoe weinig rust ik had. Dat lag niet alleen aan de omstandigheden, maar ook aan mezelf. Op de momenten dat ik kon opladen, ging ik namelijk mijn to-do list afwerken. En nee, daar krijg ik nou niet echt veel energie van. Ik heb niets gedaan waar ík blij van word, realiseer ik me opeens. Zoals lezen, tekenen of in mijn eentje wandelen.
Ik app mijn man of hij me vanmiddag een uurtje ruimte kan geven door op de kinderen te passen. Al snel krijg ik een omhooggestoken duim en een kusje terug. Ik glimlach en voel mijn nekspieren ontspannen. ‘Wil je dan nu het legoblokje zoeken?’, vraagt mijn zoon poeslief als de baby weer in de box zit. ‘Dat is goed. Dan kun je daarna weer even verder bouwen.’
En dan kan ik even mijn tanden poetsen, alleen. Een win-winsituatie noem je dat toch?
Deze blog schreef ik voor Power to the Mama’s.