Geef je aan me
over, leg je
naast me neer
Laat me je omarmen
verwarmen. Geef je
aan me over, voordat
ik je arresteer
Leven
Onderweg naar waar
weet ik veel
wist ik maar
waar de stip staat
wat de weg is
op de kaart
De rest is er al
maar roerloos sta ik
in de hal
Ze dragen allemaal een hoed
Ik doe -blijkbaar- niet
wat de rest wel doet
Het feest gaat los daarbinnen
maar ik ga hier
een hoedloze party
beginnen
De ene voet voor
de andere
op naar de top
waar ik het verzicht
aanschouwen zal
In het dal zijn
de bergen mijlen hoog
Werpen schaduwen
als dekens
over mij heen
Op de top is het wonderschoon
als je het dal kent
Foto: Denys Nevozhai (Unsplash)
Korrel voor korrel verstrijkt ze
Ontneemt en geeft
Glijdt door het glas
Verliest in een seconde
al wat ze heeft
Onvermoeibaar verdwijnt ze
keer op keer
Nu is voorbij
en nu komt zo
weer
Verborgen in de grond
ontluikt nieuw leven
Verlangend naar licht
om wat zij bezit
dankbaar
terug te geven
In de kou, in de diepte
ontkiemt het geheim
van groeien en bloeien
tot wie wij, mensen
op een dag
kunnen zijn
Onlangs deed ik mee met de gedichtenwedstrijd van het Schrijverspodium. Van de ruim 170 ingezonden gedichten mocht ik de tiende plaats behalen. Daar ben ik stiekem toch best wel een beetje trots op. Ook heel leuk dat mijn gedicht nu te lezen is op hun website.
Eeuwigheid
Ik streel je broze vingers
getekend door de tijd
De handen die gaan
loslaten
en tasten in de eeuwigheid
Mijn lief, mijn al
We laten los voor even
Verbonden zoals wij
zijn we niet
alleen voor dit leven
Om de bekende januariblues te bevechten deed ik dit jaar mee aan de schrijfchallenge ‘Schrijf de blues’ van Schrijven Online. Ik schreef een gedichtje over wat ik in 2017 gevonden heb.
Gevonden
Om te vinden hoef ik niet te zoeken
Niet perse, het kan
Spontaan ergens gevonden worden
Op Funda of in boeken
Mijn droomplek gekocht
Verbinding gevonden
Hobby’s, heel veel boeken
Zonder dat ik heb gezocht.
De winter is begonnen! Een Sonnet vol warmte om de kou te verdrijven.
Verbonden
Koud is het wit aldaar,
de witte wereld stilzwijgt
Met schone vormen zij rijgt
landschappen perfect aan elkaar
Stil, donker met overmacht
oneindig gitzwart omhoog
Daarboven aan de hemelboog
verlicht het goud de nacht
Hier, warmte die om alles slaat
Waar het ene hart de ander leidt
Waar geen ik – alleen bestaat
Waar men de pijn en oorlog mijdt
waar liefde danst en de haat begraaft
Hier, waar warmte de kou verleidt