Op het
eindeloze
azuurblauw
ligt een boot
voor anker
Ik sta even op
onbereikbaar
Leven
Even kijk je me nog aan
Ik houd je tere hand
nog even in de mijne
voordat ik je laat gaan
Die laatste blik waarmee je zegt
ik moet nu gaan, maar
blijf bij jou als jij mij houdt
ga ik niet echt
Na een dag leuk
doen en beter dan ik ben
Zonder mezelf, maar
dressed als mannequin
Hang ik als besluit
mijn jas, rugzak
keurslijf aan de kapstok
Buiten het vak
Binnen mijn vier muren
ben ik wie ik daarbuiten
ook zou moeten
zijn
Geef je aan me
over, leg je
naast me neer
Laat me je omarmen
verwarmen. Geef je
aan me over, voordat
ik je arresteer
Onderweg naar waar
weet ik veel
wist ik maar
waar de stip staat
wat de weg is
op de kaart
De rest is er al
maar roerloos sta ik
in de hal
Ze dragen allemaal een hoed
Ik doe -blijkbaar- niet
wat de rest wel doet
Het feest gaat los daarbinnen
maar ik ga hier
een hoedloze party
beginnen
De ene voet voor
de andere
op naar de top
waar ik het verzicht
aanschouwen zal
In het dal zijn
de bergen mijlen hoog
Werpen schaduwen
als dekens
over mij heen
Op de top is het wonderschoon
als je het dal kent
Foto: Denys Nevozhai (Unsplash)
Korrel voor korrel verstrijkt ze
Ontneemt en geeft
Glijdt door het glas
Verliest in een seconde
al wat ze heeft
Onvermoeibaar verdwijnt ze
keer op keer
Nu is voorbij
en nu komt zo
weer
Verborgen in de grond
ontluikt nieuw leven
Verlangend naar licht
om wat zij bezit
dankbaar
terug te geven
In de kou, in de diepte
ontkiemt het geheim
van groeien en bloeien
tot wie wij, mensen
op een dag
kunnen zijn
Onlangs deed ik mee met de gedichtenwedstrijd van het Schrijverspodium. Van de ruim 170 ingezonden gedichten mocht ik de tiende plaats behalen. Daar ben ik stiekem toch best wel een beetje trots op. Ook heel leuk dat mijn gedicht nu te lezen is op hun website.
Eeuwigheid
Ik streel je broze vingers
getekend door de tijd
De handen die gaan
loslaten
en tasten in de eeuwigheid
Mijn lief, mijn al
We laten los voor even
Verbonden zoals wij
zijn we niet
alleen voor dit leven